IJsclub Nooitgedacht (Uit: Gesprekken met Valkenburgers)
Januari 1985. Door: Jan Portengen.
IJsclub Nooitgedacht
Door een dikke sneeuwlaag was ons dorp omgetoverd in een nieuwjaarsplaatje. Een helder blauwe hemel, windstil weer en een redelijke temperatuur lokte jong en oud de straat op. Ik was op weg naar de ijsbaan, te voet. Valkenburg is een modeldorp met modelbewoners! Echt waar. Alles wordt hier in het werk gesteld om de meest kwetsbare verkeersdeelnemers ter wille te zijn. Neem nu bijvoorbeeld de trottoirs. In dit dorp geen kachel klittende koukleumen. Hier wordt sneeuw geruimd, iedere bewoner zorgt voor het pad voor zijn huis. Een oeroude afspraak, overgeleverd van vader op zoon. “We zijn dat zo gewend!”, stoomwolkte een ijverige schraper, die ik dienaangaande een compliment maakte, “u denkt toch niet dat we hier slechts de eigen stoep vegen? Je kunt oude mensen toch niet voor je raam door de rotzooi laten ploeteren?” Ontroerd door dit blijk van naastenliefde, klauterde ik over de sneeuwhopen die her en der verspreid op het trottoir waren gemikt om de uitritten voor de auto's vrij te maken!
Onderweg dacht ik me een dorp, als het onze doorsneden door een drukke autoweg. Ook deze weg moest worden opgeknapt. De werkplanning liep uit de hand, de winter naderde en er moest haast gemaakt worden. De autobaan kwam er, maar het trottoir slechts gedeeltelijk. Vorst en sneeuw maakten verder werken onmogelijk. Maandenlang moesten de voetgangers zich maar zien te redden. Denkt u dat iemand zich daar om bekommerde? Integendeel, er werd zelfs toegestaan dat op het meest gevaarlijke deel van die weg hele stapels tegels op het trottoir bleven staan. Zodat daar bij herhaling de moeders met hun kinderwagens de drukker wordende verkeersweg moesten bewandelen. Zoiets, dat zal hier niet gebeuren! Vast niet!
Desondanks kwam ik heelhuids op de ijsbaan. Het was er druk. Geen mens kan daar een sombere stemming lang volhouden. Zelfs een oude, knarrige kerel voelt daar het bloed sneller door het lijf stromen. Vooral als er, zoals die middag, een hele school kinderen rond schaatst. Min of meer onder leiding van het onderwijzend personeel, waarvan het merendeel zelf de schaatsen ondergebonden had. Eén letterlijk: meester Pen, die zich nog op onvervalste, echte (dus houten!) Friese doorlopers staande weet te houden. De gymnastieklerares daarentegen was op kunstschaatsen, zij speelde met een aantal kinderen 'ijshockey'. Eén van haar vazallen luisterde aandachtig toe toen ik met haar praatte. “Gaat u een verhaal schrijven?” Ik knikte gewichtig. “Zet mijn naam er dan ook maar in”, kwam het met een brede grijnslach. “Hoe heet je dan?” Demonstratief schreef ik zijn antwoord op: Erwin Vierbergen. Hij er gauw vandoor.
Direct over het houten bruggetje dat tot de ijsbaan voert staat links de kantine van de 'Ijsvereniging Nooitgedacht'. Het domein van Kees Ouwersloot, die heel wat van zijn vrije uurtjes besteed heeft aan de inrichting en het opknappen van het houten gebouwtje. Die middag zat hij achter het loketje om de toegangsbewijzen te controleren en te verkopen. Zijn broer Jan buiten, de handen gesteund op het hekje, sloeg geduldig het gedoe van het jonge volkje gade, een grote rustgevende gestalte.
In de kantine was het een drukte van belang. Er is een barretje waarachter twee dames die van alles en nog wat verkochten, vooral de erwtensoep rook heerlijk. Het vertrek werd ouderwets verwarmd door een grote gietijzeren kachel van het merk Godin nr. 2500. Verder was het tot barstens toe gevuld met schaatsliefhebbers, al of niet voorzien van schaatsen, in alle standen op de grond of op de banken gezeten. Aan de wand opgehangen een rode vlag met het opschrift: IJsclub Valkenburg. Een relikwie uit de eerste jaren van de vereniging en er op bevestigd twee armbanden, nrs. 2 en 3, waarmee destijds de baancommissarissen getooid werden.
Door een deur kwam ik in het bestuurskamertje en zette me naast de reeds genoemde bekende Valkenburger, die bezig was een lidmaatschapsbewijs af te geven. Het schuifraampje ging weer dicht en Kees, zijn onafscheidelijke pet op het hoofd, knikte tevreden: “De zestigste”. Met al die kwakkelwinters achter de rug kwamen de mensen in de verleiding hun lidmaatschap op te zeggen. De vereniging zat op zwart zaad. Nu komen er gelukkig weer bij. Want ijs of geen ijs, de vaste lasten gaan door. De grond, zeker een bunder, wordt gehuurd van Dirk de Vries, die gelukkig niet het onderste uit de kan haalt. Zomers grazen er schapen.
De secretaris van de vereniging, Jan van Leeuwen, stampvoette naar binnen en schoof achter het loket, aflossing van de wacht. De boerderij moest het maar even zonder hem stellen. “Hoe oud is de vereniging?”, informeerde ik. “O, meer dan negentig jaar. Kees hier is het oudste lid!” Deze knikte bescheiden. “'k Heb 36 jaar aan de ijsclub gewerkt en altijd gezegd: 'k Schei er pas mee uit als er een baan is. En een kantine!” voegt hij er haastig aan toe. De vereniging zal nog wel een trekpleister voor hem in petto hebben, hoop ik. De secretaris, die eveneens tot de oude getrouwen gerekend mag worden, beschreef de ijsbaan van de club op lovende toon: “De grootste van de omgeving. En de beste!” Zelfs uit Rijnsburg kwamen ze hier schaatsen, maar dat werd toegeschreven aan de omstandigheden dat daar een tractor door de ijsbaan gezakt was!
En inderdaad, terwijl ik er zat, kwam een aanvraag binnen van een technische school die met 800 man op woensdagmiddag de baan wilde afhuren. “Laat ze maar komen”, besliste de voorzitter, Peter Noyons, die vergezeld van een daadkrachtig uitziend persoon, Henk de Vries, inmiddels binnengekomen was.
Voor zover na te gaan heeft geen vrouw ooit in het bestuur van de vereniging gezeten. Dat is mannenwerk. Baanvegen (er staat een lichte veegmachine), verlichting aanleggen (de voorzitter is daar handig in), water pompen en ga zo maar door. Allemaal zwaar werk. “En de kantine dan?” zult u zeggen. Die dames zijn vrijwillige medewerksters. Hun man is bestuurslid of zo. Er is overigens op zulke dagen altijd plaats voor hulp. Bel de voorzitter maar.
Ook werden me de toegangsprijzen duidelijk gemaakt. Als u een gezin hebt met kinderen onder de 16 jaar, kan een gezinsabonnement gunstig zijn: 15 per jaar. Als het dan eens een jaartje niet vriest, moet u zich maar als donateur beschouwen. Per persoon per jaar is het 7,50. U bent dan lid, waarvoor wel een inschrijfgeld betaald moet worden, meen ik. Anders betaalt u een rijksdaalder per keer.
Tenslotte nog wat uit de oude doos. De IJsclub Valkenburg werd opgericht op 21 januari 1893... ! Maar tot 1963 ontbreken vrijwel alle historische gegevens. Vanaf dat jaar is er een notulenboek, in alle bescheidenheid een lezenswaardig document. Jaarverslagen en notulen van de ledenvergaderingen, ondertekend door regelmatig wisselende voorzitters, maar vrijwel zonder uitzondering door één en dezelfde secretaris, Jan van Leeuwen. Ik zei het al, één van de oude getrouwen.
Van zijn vrouw kreeg ik nog een hele pagina van de Rijnsburger toegestopt, waarin een uitstekend verslag opgetekend staat over het doen en laten van de, toen nog IJsclub Valkenburg geheten, vereniging. De vereniging had, naast beoefening van de schaatssport, werkverschaffing voor de inwoners van Valkenburg ten doel: Baanvegen!
Als het weer mee zat, werden banen uitgezet op de Rijn en wedstrijden georganiseerd. Op 7 februari 1963 kwam het bestuur, na een driejarige slaapperiode, bijeen ten huize van de heer J. v.d. Mey Hzn. De tweede voorzitter, de heer Meurs, betoogde dat de ijsclub op dat moment in een netelige positie verkeerde. Een strenge winter, zoals in jaren niet het geval was, en de ijsclub had verstek laten gaan. Wie was de schuldige? Het bestuur kwam unaniem tot de conclusie gefaald te hebben en besloot 'als blok' af te treden en op 14 februari een ledenvergadering uit te schrijven. Zulks geschiedde, een deel van het bestuur werd herkozen en er werd het besluit genomen de volgende dag een baan op de Rijn te maken. Al vroeg toog men aan de slag met een tractor en schuiver, zodat diezelfde middag een wedstrijd gehouden kon worden voor de meisjes en voor de groteren een afvalwedstrijd. De dag erop werden er wedstrijden voor de jongens gehouden die opgeluisterd werden door de muziek. Doordat Katwijk was gaan spuien, moest uitgeweken worden naar het Gat van Lagendijk. Het ijs was prima. Tot eind februari werden er wedstrijden gehouden, het was een strenge winter, de ijsclub was weer helemaal wakker. De nieuwe voorzitter, A. Oosterlee, kon tevreden zijn. Hoewel de kwakkelwinters daarna het élan deden verminderen, bleef hij in het zadel zitten. Er werd geprobeerd van het Dorpsplein een ijsbaan te maken, er werd een alternatief gezocht op de kunstijsbaan van Ton Menken. Door de jaarverslagen heen klinkt de hoop op een eigen ijsbaan. Nu tenslotte is dat gelukt. De vereniging kreeg de naam: Nooitgedacht. Ik zou zeggen, houden zo!
Colofon
Gesprekken met Valkenburg, Jan Portengen.