Vliegtuigspotters (Uit: Gesprekken met Valkenburgers)


Vliegtuigspotters (Uit: Gesprekken met Valkenburgers)
©: Jan Portengen

Door: Jan Portengen, december 1980.

Vliegtuigspotters


Na mijn vorige gesprek trof ik op de Achterweg een roodharig, mager jongmens aan. Hoewel zonnig, was het koud en winderig. Genoemde persoon stond, slechts matig beschut door het struikgewas, eenzaam op het brugje te kleumen op een tijdstip waarop ieder weldenkend mens zijn dagelijkse arbeid verricht of (gezien de leeftijd van de vreemdeling) op school bezig gehouden wordt. Nu is mij al eerder opgevallen dat zich daar lanterfanters ophouden en vrijwel uitsluitend van de mannelijke kunne. Heel vroeger kwam het ook wel eens voor dat er geniepige stiekemerds rondscharrelden; als schildwacht weifelde je dan altijd tussen: “Een waarschuwingsschot in de lucht of direct raak” of “Hardhandig verjagen” of “Negeren” waartoe je meestal besloot. De kennelijk in de technische details van onze luchtarmada geïnteresseerde spion verdween meestal vanzelf. Niettemin leek het mij wenselijk deze hernieuwde belangstelling nauwkeurig te observeren en heb zelfs een verzameling aangelegd van ter plekke achtergelaten “stille getuigen” waarvan volledigheidshalve hierbij een summiere opsomming:
1) - Blikje, 1/3 liter Coca Cola, leeg
2) - Blikje, 1/3 7/up, leeg.
3) - Kartonnetje, 1/4 liter, Jaffa drink (met gaatje voor rietje), leeg.
4) - Kartonnetje, 20 gram Kellogs speciaal, leeg.
5) - Kartonnetje 30 gram, Kellogs Frosties, voor 1/3 gevuld.
6) - Wikkel, Van Nelle zware shag, enkele tientallen stuks
7) - Wikkel, Kitkat, chocolade met luchtige vulling, meerdere aantallen
8) - Wikkel, MilkyWay, idem.


Er werden door mij geen verpakkingen van alcoholhoudende dranken aangetroffen.
Bezig met de bruine bonen op onze gemeenschappelijke doe-het-zelf tuin sprak mijn maat tenslotte het verlossende woord. “Dat zijn spotters!” Hij heeft de gewoonte na een dergelijke mededeling enige tijd van stilte in acht te nemen om anderer hersenen tot zelfwerkzaamheid te pressen. Bij mij heeft dat uiteraard geen effect meer en dus wachtte ik rustig op nadere toelichting. “Mijn zoon Hans is er één van!”, kwam er tenslotte. Hier opende zich dus geheel onverwacht een nieuw perspectief voor deze rubriek. Een gesprek met een jonge Valkenburger. En, omdat zijn achternaam Van der Meij is, kan hij zelfs in betrekkelijke anonimiteit gehuld blijven.
 
Hans, 15 jaar, leerling Atheneum, weet de antwoorden! Over die roodharige, kleumende spion: “Dat is Leo, uit Leiden, lid van de KNVVL (iets voor zweefvliegen)”. Over de bovenvermelde verzameling: “De Ypenburgse spotters gebruiken Duyvis, wokkels of zoiets, van die kaasgevalletjes!” In volle ernst werd het gezegd. Ieder vliegveld heeft, zo bleek, zijn eigen spottersgroep. Hier is het de “Spotters Groep Valkenburg” oftewel de SGV. Er zijn ook “Groninger Eelde Air Spotters” met een eigen blad GEAR ( de R van review). Er zijn “Schiphol spotters” onder de verzamelnaam ASN. Hun lijfblad is 06-24. Dat nummer slaat, zo werd mij deskundig uit de doeken gedaan, op de ligging van de betreffende landingsbaan. Ook in Ypenburg hebben ze een eigen blad “Spotting Paper Ypenburg”.  Hiermee krijgen we een spoor in handen want de aanvangsletters van deze Engelstalige krant vormt het woord SAY. Hetwelk overgezet zijnde betekent: spion! Uit de gedetailleerde beschrijving van Hans werd allengs duidelijk dat we in een wijdvertakte, spontaan gegroeide internationale beweging zijn terecht gekomen. Voortgekomen uit de handelingen der spotters (luchtwaarnemers) tijdens de wereldoorlog. Hans maakt met zijn kornuiten vele reizen. Bepakt en gezakt op tienertoer. Anderen gaan met de auto, stoomfiets of brommer. De gevorderden beschikken over een vierkant zwart koffertje voorzien van blinkend sluitwerk. Het mij getoonde exemplaar was een soortement verkleind model van de vroegere zeeroverskist! Daarin wordt dan de benodigde apparatuur opgeborgen, met deze koffer is de spion pas een echte spotter.
Tot in details wordt de spiegelreflexcamera met lens beschreven. De lens met een brandpuntsafstand van 135 tot 200 mm is het meest geschikt. In principe is het de bedoeling het type en de registratienummers van bewegende luchtvaartuigen vast te stellen (movements). Het platen (fotograferen) is daartoe een gewild hulpmiddel. Aan de hand van deze registratie en van in de roulatie zijnde naslagwerken weet de ervaren spotter het vliegtuig te identificeren naar herkomst, levensgeschiedenis, soort en type en wat dies meer zij. Een uitwas in het vak is de “Scanner” die zich met professionele ontvangstapparatuur beperkt tot het opvangen van radiogesprek¬ken. Afgestemd op de band van de verkeerstoren (voor insiders de GCA), aast deze radioman op “call signs”, de roepnaam waarmede het vliegtuig geïdentificeerd wordt. Zo schijnt, om maar dicht bij huis te blijven, de Neptune bemanning maar steeds om Pappa Alva te vragen als ze de verkeerstoren oproepen. Fred Passchier uit Rijnsburg is zo’n luisteraar. Als die naar TV kijkt is z’n ene oor via de babyfoon verbonden met de radio boven op zolder! Vaak schiet hij ‘s-nachts recht overeind in zijn bed, dan hoort hij het geluid van zeldzame “call signs” van vliegtuigen op weg naar Schiphol.
Er zijn nog meer Valkenburgers bij de zaak betrokken. Openlijk worden hun namen genoemd. Rob Schleiffert en Hans Peter Oesterholt. Geen nick names (schuilnamen) zoals in Groningen wel worden gebruikt zoals mij bleek uit één hunner geschriften.
Hans is gespecialiseerd in militaire vliegtuigen. Amerika, Nederland en Engeland zijn ideale oorden voor spotters. Er is veel vrijheid. Persoonlijk is hij in Duitsland (Laarbrüch) door de “Polizei” verjaagd en moest zich dus elders verdekt opstellen om de benodigde opnamen te kunnen maken! De gegevens en foto's worden wereldwijd uitgewisseld. De sportieve spotter beperkt zich tot ruilen. Het is bijvoorbeeld de kunst alle registratienummers van een bepaald type vliegtuig te spotten, een volledige serie dus. Als er dan één van “klapt” of “crashed” worden de gemaakte spots des te meer waard. In het notitieboekje van Hans zag ik bijvoorbeeld dat hij op 20 juni 1980 op Twente 31 movements had gespot (je gaat dat vakjargon vanzelf gebruiken!). Dat betekent 31 foto's. “Je zou rijke ouders moeten hebben.”, verzucht Hans, hij moet allerlei karweitjes opknappen om aan het benodigde geld te komen. 
 
Een ander voorbeeld van hun waarneming zag ik nauwkeurig opgetekend in een der uitgegeven blaadjes. Het betrof hier een verslag uit Curaçao. Op 16 aug. 1980 werden daar onder meer drie Neptunes gespot, de 217V, de 203V en de 214V, de laatst vloog op één motor. U ziet het: geen vliegtuig kan onbespied zijn gang gaan. Zelfs een nauwgezette opsomming van een aantal “Decoys” ergens in België ontbrak niet! Dat zijn een soort lokvogels, in dit geval als Mirages vermomde waardeloze Thunder Streaks, die bedoeld zijn om het vijandelijke vuur aan te trekken! 


Hans droomt van een reis naar het spottersparadijs, Greenham Common in Engeland. Volgend jaar is daar een festijn voor marinevliegtuigen. In deze fase van het gesprek werden we gestoord, een helikopter vloog laag over. Mijn gastheer rende naar buiten. Later bleek het een Duitse Bell AULD te zijn geweest. Herkenbaar aan het echte lekkere oude Bell geluidje, aldus mijn zegsman, die even later vertelde tegenwoordig alle door hem gespotte verplaatsingen door te geven aan de Schipholgroep. De gegevens worden in hun blad gepubliceerd. Ook houdt hij zich bezig met het maken van landkaarten, uiteraard vliegvelden. Weer worden we gestoord, nu door een overvliegende straaljager. Deze keer volgde een langere onderbreking. Het was een zeldzame vogel maar de spot mislukte. Tenslotte hebben we het nog over de toekomstplannen van Hans. Zijn jeugddroom, gezagvoerder van een groot militair vliegtuig (in straaljagers zie je niets) is in de ijskast gezet. Er is nog niets voor in de plaats gekomen. 
Het brugje op de Achterweg is een ideale plek voor het maken van spots. Slechts één kas zou moeten worden gesloopt. Een overdekking zou ook niet overbodig zijn. Het geheel nog eens overziend lijkt het inderdaad nog niet zo gek dat de gemeente voorzieningen treft voor deze jeugdige enthousiastelingen. Ze komen immers van heinde en ver! Een verwarmd glazen koepel op een terp? Voorlopig lijkt me een afvalbak voldoende. Hun hobby moet een strijd met de elementen blijven!
 
 

Colofon

Gesprekken met Valkenburgers, Jan Portengen, hoofdstuk Vliegtuigspotters, december 1980

© Tekst: Jan Portengen © Foto voorblad: Jan Portengen
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s



Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Dorpsarchief Oud Valkenburg ZH)