Martien van Stijn (uit: Gesprekken met Valkenburgers)

Martien van Stijn (uit: Gesprekken met Valkenburgers)
©: Vereniging Oud Valkenburg

Door: Jan Portengen

Oktober 1980

Martien van Stijn

Ik zal proberen u stap voor stap naar de gewenste herkenning te voeren, daartoe starten we van het dorpsplein! We lopen de Hoofdstraat in en steken bij de fietsenmaker de weg over. We lopen het Boonrak in tegen de rijrichting in, op nr. 3 aan de linkerzijde moeten we zijn.

Nee, het is geen offerblok, daar voor het huis! Zoals een gepensioneerde zeeman een anker, heeft deze meneer een aambeeld in de voortuin gezet! Een sterke jongen, die het weghaalt! Ter verduidelijking: een aambeeld is een speciaal gevormd gietijzeren blok waarop de smid het daartoe verhit ijzer door slagen met de smeedhamer vervormt. Samen met het vuur van brandende kolen, door een blaasbalg tot feller prestaties aangezet, vormt dat een belangrijk deel van het gereedschap van de vakman. De dorpssmid! Het beroep van de man waarnaar we gaan luisteren.

U verwacht misschien een reus,met door de vuurgloed geteisterd gezicht en door het moker-zwaaien gestaalde vuisten? Of denkt u aan dat kleine mannetje met die vérdragende stem die veelal voorafgegaan door zijn echtgenote per rijwiel het dorp doorkruist? Misschien voldoet hij uiterlijk niet aan uw verwachtingen; wat de vuisten betreft lijkt mij desondanks voorzichtigheid geboden!

We worden hartelijk ontvangen! De eerste verrassing is het prachtige uitzicht op de Rijn. De bouwers van de wijk zijn bijzonder geslaagd in hun kennelijke opzet dit uitzicht voor slechts de rand-Boonrak bewoners te reserveren! Enfin, de andere helft heeft de gereformeerde kerk om naar te kijken, en te luisteren. Onze gastheer heeft met dit alles geen problemen en geniet onbekommerd van zijn unieke plekje en welverdiende rust. Nou ja, rust? Als hij mijn verzoek aanhoort is zijn eerste reactie “Zal één avond genoeg zijn?”. Achteraf bezien was deze opmerking zo gek nog niet. 

Het begon met de geschiedenis van vader Van Stijn, die als 18-jarige wees uit Warmond rond 1888 in dienst van Koppers naar Valkenburg kwam. Koppers was destijds de dorpssmid, een reusachtige man, min of meer alleen op de wereld. De smidse was toen reeds gevestigd in het pand waar de firma Van Stijn nu huishoudelijke artikelen en nog veel meer verkoopt. Koppers was beroemd om de kwaliteit van de door hem vervaardigde graaf's, die tot ver in de omtrek werden verkocht. Dit spit-werktuig, ook wel spade genoemd naar ik meen, werd geheel met de hand vervaardigd. Het blad werd van een in het vuur gelaste snede voorzien,

Tenslotte werd het product gemerkt met het vierkante geribbelde makersstempel. Nu nog zijn er originele “Koppers” in omloop. De verkoop van deze tuingereedschappen, ook schoffels en harken werden met de hand vervaardigd, liep goed. Doortrekkende Katwijkers waren de beste klanten. Die gingen toen nog te voet (of op de fiets?) naar hun werkplekken in de wijde omgeving. Katwijkers waren bij uitstek honkvast en dus ook vaste klanten! (Hun nazaten die per auto door ons dorp razen hebben daar geen tijd meer voor!) Met respect werd trouwens ook nog een andere Valkenburger genoemd: Gerrit Zandbergen, beter bekend als de Spitmachine! “Die heeft heel Valkenburg omgespit”, aldus de spreker. Met uitzondering van dat stukje grond waarop de smederij stond, dunkt me. Het bedrijf floreerde later onder leiding van vader Van Stijn, bijzonder goed. Het assortiment werd uitgebreid met, eveneens hand-vervaardigde, hakbijlen. Om het Haagse bos te kappen. Heel wat bijlen zijn daar naar toe gegaan. Al vroeg moesten

de kinderen meehelpen in het bedrijf. Veelal werd Martien aangewezen om de daartoe van een slinger voorziene grote zandsteen in draaiende beweging te brengen, net zolang tot de slijper het staal volmaakt geslepen achtte. En dat duurde lang! Uiteraard werden ook kachels verkocht en gerepareerd, bekend was ondermeer het Godin fornuis. Een zwart gietijzeren, vierkante kachel met vier gedraaide poten en drie van ringen voorziene kookplaten, kostprijs ƒ12,50. Destijds een eerste voorwaarde om een huishouden te kunnen opzetten. In Rijnsburg lag dat overigens iets anders, daar trouwden ze pas als er “kroten, een orgel en uien” waren, volgens

Martien. Ook potkacheltjes werden hersteld. Door oververhitting lelijk gezwollen buikjes werden met een stalen band ingesnoerd. Van alles en nog wat werd gerepareerd, zelfs “nachtspiegels”, die werden aangeboden als een kostbaar relikwie, behoedzaam in krantenpapier gewikkeld. “Ze bleven stinken, zelfs nadat de bodem vernieuwd was,” aldus Martien. 

Het zou te ver gaan alle verhalen over oud Valkenburg zelfs maar samen te vatten. De smid had naast de burgemeester, de dominee en de bakker een belangrijke sociale positie in het dorp. Burgemeester Lotsy was een echte heer. Ds. Koek fungeerde bij gebrek aan een dokter min of meer als de plaatselijke medicijnman. De paardenmarktwas destijds een regionale gebeurtenis.Aanbod van 600 tot 700 paarden was heel gewoon. Echte zigeuners met een zigeunerkoning verzorgden het vertier. Voor het pontje stonden de gehele dag honderden mensen in de rij om overgezet te worden. In die tijd zonder TV was de smederij, met de ervoor aangebrachte “transvalie”, een gewilde plaats van samenkomst voor mannen, die veelal op straat van gedachten wisselden. Geen baliekluiver dus, maar transvaliekluivers. Het schijnt daar gebeurd te zijn dat ds. Koek zodanig over de hekel werd gehaald, dat de oude smid woedend een einde maakte aan het gesprek met de woorden “En nou opgedonderd anders smijt ik een emmer water over jullie heen!”.

In de smederij is daartoe gewoonlijk een ruime hoeveelheid koelwater aanwezig. Gesprekken met Valkenburgers.  

Martien is nu 70 jaar, op z'n 40e getrouwd en één van die zeldzame AOW’ers die nog recht hebben op kinderbijslag. Hij ziet terug op een rijk rooms leven. Als hij vroeger de door ouderen gehanteerde uitdrukking “het leven is een rook” hoorde, dacht hij “Oude mannen praat”! Nu moet echter beaamd worden dat inderdaad de jaren als damp zijn vervlogen en de vraag blijft “Heeft al mijn zwoegen zin gehad?” Moet alles worden opgesomd waarmee Martien zich heeft afgetobd? De gemeenschap Katholiek Valkenburg, het paardenmarkt comité, het 75-jarig bestaan van de harmonie, de politiek partij voor gemeente belangen, de boerenleenbank.Met

schitterende ogen vertelt hij over de mooie oude brandspuit die het dorp eens rijk was. De rood koperen ketel op de roodgelakte wagen, de koperen cilinders en zuigers middels dwingstangen en hefbomen door aan weerszijden acht mannen bediend. Hij spoot boven de toren uit! Tenslotte en niet in het minst zijn werkzaamheid als correspondent van de Leidse Courant! Daar word je als amateurverslaggever helemaal stil van!

Hij ziet terug maar ook ver vooruit! De oude kern van Valkenburg is verdund. Er is veel veranderd. Ook ten goede. Het is wel erg snel gegaan. Met zorg bekijkt hij het gezag! Wij liepen vroeger als jeugd in een keurig onderhouden tuintje. De paadjes waren duidelijk afgebakend. Op mijn vraag of de huidige jeugd in de jungle bezig is, was hij even stil. Nee zo lag het niet precies, het tuintje was leeg en er was iets mis met de horizon. Als Rooms-Katholiek in een reformatorisch bolwerk als Valkenburg hebben ze het goed gehad.Wat hij ons allemaal wil aanraden is: “Wees goed voor een ander!” De preek van ds. Vermeulen op de gezamenlijke start-zondag in de NH-kerk, waar gelukkig een groot deel van Valkenburg aanwezig was, had tot onderwerp “Bouwstenen of zwerfstenen”. Zo te horen was de bouwsteen jé van het. Martien van Stijn is volgens mij meer een zwerfsteen. Tot rust gekomen en met een verhaal. Over de Schepper die alles zo prachtig gemaakt heeft. Met een lied in zijn hart ter ere van Hem. Maar misschien moet ik nu uitkijken voor de emmer water van de smid!

© Tekst: Jan Portengen © Foto voorblad: Vereniging Oud Valkenburg
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s



Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Dorpsarchief Oud Valkenburg ZH)