Johannes Beerbaum (Uit: Gesprekken met Valkenburgers)

Mei 1982. Door: Jan Portengen

Johannes Beerbaum

De plaatselijke actie voor hulp aan Polen werd voor een belangrijk deel op gang gebracht door de heer Beerbaum. Om die reden kwam ik weer bij de woonboten terecht. Het Botenpad rouwde...... Pieter Barnhoorn, de oude en vroegere bewoner en eigenaar van het terrein was begraven. De dag daarop Remco Fasseur. Verbijsterd door diens dood, volgden vrijwel alle bewoners de laatste tocht van die hulpvaardige en hartelijke jongen. De gebeurtenissen hadden Johannes Beerbaum en zijn vrouw Annet Beerbaum-Meyer diep geschokt. We besloten evenwel om toch maar ons “gesprek” te voeren, al was het maar om de gedachten af te leiden.
We doken diep het verleden in. Naar overgrootvader Beerbaum, die als Pruisisch officier diende in het Keizerlijke leger en een gezin had met 24 kinderen. Als tegenpool heeft Johannes Beerbaum maar één zoon en twee kleinkinderen, welke in Voorburg wonen. Het gebied van de Beerbaum's lag -zo bleek mij- dicht aan de grens bij Polen. Eén van de 24 kinderen was onze Beerbaum's grootvader, die naar Holland trok en daar zich liet naturaliseren tot Nederlander, huwde en naderhand met zijn kinderen naar Zuid-Afrika trok. Hij vestigde zich in Pretoria en was werkzaam als Chef du Bureau bij de legendarische spoorweg. Na de Boerenoorlog moest hij vertrekken met zijn gezin met achterlating van zijn bezittingen. Alleen geboren Afrikaners konden blijven. Hij stuurde zijn gezin per schip naar Holland. Zelf volgde hij met zijn oudste zoon later, tegelijk met president Paul Kruger (Ome Paul) per door Koningin Wilhelmina gezonden kruiser Gelderland. Eén van hun zonen, de vader van onze Valkenburger, trouwde een Friezin en na gewoond te hebben in Arnhem, vestigde hij zich in Den Haag. Vader Beerbaum was een ondernemend man in bankzaken. Financieel en persoonlijk geïnteresseerd bij de import van Alfa Romeo automobielen (ze wonnen de Grand prix 1924/1925) en ver daarvoor in het beroemde vaderlandse produkt “Spijker”. Daarnaast was hij betrokken bij diverse autobusdiensten in den lande.
 
Zoon Johannes, onder vrienden Joop, ontplooide een veelzijdige interesse tijdens het opgroeien. Het begon al op de lagere school met het bespelen van de viool (later volgde hij daartoe nog een aantal jaren het Haagse conservatorium). Na zijn middelbare opleiding wilde hij samen met zijn vriend Baron iets ondernemen. Beide gezworen kameraden smeedden de wildste plannen en brachten die ook ten uitvoer. In één opzicht waren ze het volkomen met elkaar eens: ze wilden niet onder een baas werken. Daarom begonnen ze de “Eerste Nederlandsche Auto Onderneming”, kortweg “ENARO”.
Met een Citroën-personenauto (1930) werd een speciale lange aanhanger voorzien van grote reclameborden rondgetrokken. Maar deze onderneming bracht geringe verdiensten. Vader Beerbaum stond garant, maar moest meer kleine schulden voldoen dan de jongelui aan winst opstreken. Ze begonnen een nieuw avontuur, waaraan ook een andere vriend mee deed: een rijwielstalling annex herstelplaats. Voor fl 7,50 werd een fiets gemoffeld en voorzien van een nieuwe kettingkast en zo nodig werd met kleine bijbetaling een nieuw stel spaken in de wielen “gevlochten”. Gelukkig had het tweetal nog een achterdeurtje: begon vader Beerbaum echter wat zuinig te kijken, dan werd een beroep gedaan op moeder Baron, die eveneens een welgevulde beurs ter beschikking had en immer bereid bleek de jonge zakenlieden te steunen. Tussen de bedrijven door, toerden die in een zelf tot kampeerauto omgebouwde T-Ford-vrachtauto door het land. Uniek voor die dagen. Vader Beerbaum overleed. Beide vrienden moesten hoe langer hoe meer op eigen benen gaan staan en overwogen nog een betrekking als vuurtorenwachter ergens midden in de Stille Oceaan te aanvaarden. Dit gekke plan liep op niets uit. Joop echter moest in dienst en daarmee kwam de samenwerking ten einde. Na zijn diensttijd bij het Regiment Jagers werd Johannes handelsagent in farmaceutische artikelen en zijn vriend was rijksambtenaar geworden. Nog eenmaal maakten ze serieuze plannen om samen naar Indië te gaan, in de suiker, waar een broer van Baron in de omgeving van Soerabaia fabricage-chef was, maar de mobilisatie verhinderde het voornemen. Het was augustus 1939. Ook Johannes moest opnieuw onder de wapenen. De oorlog brak uit en daarmee kwamen de Duitse parachutisten. Veel van zijn kameraden sneuvelden in Ockenburg, de standplaats van zijn compagnie. Na de capitulatie van Nederland werd het oude baantje weer opgevat; de farmaceutica, cosmetica en technica. Zijn moeder trok naar Friesland en hij in haar huis. Niet lang daarna werd hij opgepakt en vast gezet in een kamp in Duitsland, nabij Elten. 
Na drie maanden wist hij met één van zijn lotgenoten te ontsnappen. 's Nachts trokken ze over de grens. Met valse papieren (gekregen van het ondergrondse verzet in Zutphen) passeerden ze een nacht later met een Wehrmachtstrein de zwaarbewaakte Ijsselbrug. “Toen we in de achterste wagon zaten, snapte een Duitse officier ons en bulderde ons de trein uit. Ik ken de Duitsers. De bullebak was nauwelijks weg of we kropen weer terug op onze plaatsen. Het zou immers niet in zijn hoofd opkomen om weer te gaan kijken.” Het was één van de weinige verhalen die hij over die tijd kwijt wilde.
 
Na de bevrijding nam hij de draad weer op bij zijn oude baan. Na enig jaren zocht en vond hij ander werk bij een onderafdeling van de Borsumij, waarvoor eerst een verkoopopleiding gevolgd moest worden in Londen. Het reizen en vergaderen werd hem echter te veel, zodat hij tenslotte in 1974 bij het Hoogheemraadschap Rijnland terecht kwam. Daar kwamen geheel nieuwe talenten tot ontplooiing.... het schrijven van verhalen! Zijn werk bracht hem in contact met veel mensen en die wederwaardigheden werden door hem in verhaalvorm te boek gesteld. Voor het archief van de dienst. Voor het Kinderhoekje in het Personeelsblad schreef hij sprookjes. Een aantal van die verhalen zullen nog dit jaar in een sprookjesboek worden opgenomen en uitgegeven. Johannes Beerbaum is dus ook schrijver. Op mijn vraag waarom hij zich toelegt op het schrijven van sprookjes, komt er een vlot antwoord: “Omdat ik er in geloof! Een sprookje haalt je soms even uit de harde werkelijkheid.” Maar ook gedichten van zijn hand leest hij met genoegen voor, trouwens, zijn vrouw doet daar in niets voor hem onder. Ook zij begon met vioolles en ging over op piano en zang. Ze heeft een geschoolde stem. Verder is zij o.a. geruime tijd secretaresse geweest op het Kabinet van de Minister van Onderwijs en bij de Ned. Onderwijs Film, waar zij onder meer ook teksten insprak bij films. Voor de Ned. Blindenbibliotheek heeft zij meer dan tien jaar belangeloos boeken op de band gesproken. Naast de gebruikelijke moderne talen studeerde zij ook Italiaans. Het komt haar goed van pas bij haar hobby: het vertalen van toneelstukken, waarvan er heel wat van haar hand in omloop zijn. De basis hiervoor lag bij een jarenlange toneelervaring, ook als regisseuse! Nu heeft ze een opdracht van een uitgever een sprookje van haar man om te zetten in een toneelstukje voor kinderen. Haar kunstzinnigheid uit zich bovendien in het beschilderen van allerlei houten gebruiksvoorwerpen, in Hindeloper stijl. Voor zover ik kan beoordelen, heel goed! Er zijn trouwens heel wat dames in ons dorp die dat beoefenen. Het wordt tijd dat er eens een eigen stijl ontwikkeld wordt, de Valkenburgse stijl bijvoorbeeld. Haar man wilde graag in een woonboot gaan wonen, het beviel haar maar matig, maar toen haar het door Corsel gebouwde drijvende huis getoond werd, gaf ze zich gewonnen. Ze liggen nu ruim 20 jaar aan het Botenpad. Het echtpaar voelt echter als probleem van de laatste tijd de slechte busverbinding met Katwijk en Leiden. Als oud-strijder maakt hij daar korte metten mee, belt gelijk maar even met een kopstuk en deelt wat orders uit. Maar of het veel zal helpen? Er is nogal wat veranderd in de wereld de laatste jaren. Ze reageren op het Binnenhof niet zo vlug meer!
De actie voor Polen is mede dankzij hun inzet en het vele werk verricht door Burgemeester Van 't Wout, waarmee Johannes goede contacten heeft, en ook niet te vergeten de medewerking van de kerk en vele anderen (o.a. het beschikbaar stellen van opslag en gebruik van auto's) een succes geworden! Vooral de inzameling met dozen door de vele leden van de Peuk is bijzonder geslaagd en oogstte regionale bewondering. De bejaarden van Torun zijn er heel erg gelukkig mee. Dat is wel gebleken bij de terugkeer van het konvooi.

Colofon

Gesprekken met Valkenburgers, Jan Portengen

© Tekst: Jan Portengen © Foto voorblad: Hans van der Does
Lees meer

Gerelateerde informatie


Onderwerpen



Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Dorpsarchief Oud Valkenburg ZH)