Gijs Vis (uit: Gesprekken met Valkenburgers)

Gijs Vis (uit: Gesprekken met Valkenburgers)
©: Gemeente Valkenburg

Door: Jan Portengen

November 1980

Gijs Vis

Proloog 
Om tot een goed gesprek te komen is persoonlijk contact nodig. Dat was deze keer een moeilijke zaak, ettelijke vergeefse telefonische pogingen deden mij tenslotte tot de conclusie komen met een druk bezet man van doen te hebben. Hoewel de naam Gijs Vis mij al lang geleden ter ore kwam, was mij verder slechts bekend dat hij wethouder van de gemeente was. Dat word je niet zomaar, een eerste vereiste is natuurlijk dat je je aan de Wet houdt (dat behoeft nauwelijks betoog!), maar daarnaast dient betrokkene oog te hebben voor het algemeen Welzijn en het vertrouwen te genieten van een belangrijk deel van de gemeenschap. Een eigenschap die klaarblijkelijk verkregen wordt door enige tijd actief lid te worden van een politieke partij. Zelfs ik weet echter dat je er dan nog niet bent, aan de definitieve benoeming gaat meestal heel wat politiek geharrewar vooraf. 
Het was dus vrijwel onmogelijk telefonisch een afspraak te maken, een gegeven dat mij tenslotte tot een kloek besluit deed komen: na ampele overweging besloot ik niet mijn zondagse pak aan te trekken, maar als gewoon mens verkleed een bezoek te brengen aan het bedrijf! Per rijwiel begaf ik mij daartoe via de Achterweg, rechtsaf de Zonneveldlaan in, richting B-post! Nadere informatie bij Zandbergen Sr., die daar op de hoek een lap grond aan het schoffelen was (die weet ook van geen ophouden), maakte me precies duidelijk waar ik moest zijn.
Hoewel het zonnetje scheen was het koud, het mooie najaar leek definitief op de vlucht gejaagd. Trouwens, in Valkenburg waait het altijd! Geen wonder dat men hier al vroeg begon de tuin met glas te bedekken. Eerst het zgn. laag-glas (waaron¬der de tuinder kruipend zijn werkzaamheden moest verrichten) later grote glazen bouwwerken waarin deze verrichtingen rechtopstaande kunnen geschieden. Het bedrijf van Gijs Vis is van een betonnen uitrit voorzien. Links ervan een omheining, een hek zodanig geconstrueerd, dat een man het doen en laten van een er achter lopend paard, ondersteund kan gadeslaan. Rechts een stukje “koude” grond, gewoonlijk uit nostalgische overwegingen gereserveerd of simpel om ook nog eens een frisse neus te kunnen halen. Daarmee bezig ontwaarde ik twee mannen, iets in de houding van de oudste deed mij denken mijn doel bereikt te hebben, het bleken echter de oudste zoon en zijn jongere broer te zijn die kennelijk met plezier in de voetstappen van hun vader treden. Deze laatste bleek naar een vergadering te zijn ergens in de bollen¬streek!
Met het voornemen het 's-middags nog eens te proberen besteeg ik mijn rijwiel en keerde huiswaarts. Ook deze rit gaf mij de nodige inspiratie! Ten eerste moest ik dekking zoeken voor een door de bocht scheurende bestelauto. Naast de coureur zag ik nog in een snelle flits Gerrit Barnhoorn Sr., die kennelijk met haast naar een zeker doel werd gesleurd. (Een haastige groet in het voorbijsnellen!) Voorts was er on¬danks de kou en het vreemde uur van de dag weer een spion op de achterweg (maar daarover een andere keer).


Het gesprek
“Wat voor zin heeft het mij te beschrijven? Wie ben ik. Eerlijk gezegd was ik niet van plan te praten.” Naast mij staat mijn 55-jarige gastheer, het gerimpelde gezicht in de richting van het schrale zonnetje. We hangen over het hek! Het paard begrijpt niet veel van die belangstelling, die geen belangstelling is en doet drammerige pogingen de aandacht te trekken.
 
Het begin van het gesprek is “Straight to the point”; want inderdaad is dat een goede vraag. Hebben deze gesprekken en het weergeven ervan zin voor Valken¬burg? Zonder echter een antwoord op deze indringende vraag te vinden, raken we ongemerkt aan de praat. Over het wethouderschap. Over ruimtelijke ordening en goedkope woningbouw. Als daarvoor geijverd is en je ziet dan dat de prijzen de pan uit rijzen! “Wat voor zin heeft dan alles gehad? Als je bedenkt hoeveel tijd er in gestopt is, vraag je je af of die tijd niet beter besteed had kunnen worden!” Lang blijft hij daar echter niet bij stil staan. Het heden is van meer belang. In de grond van de zaak heeft hij een hekel aan politiek. “Je moet uitkijken er niet door te vervui¬len!”. We praten over de veranderingen in de maat¬schappij. “We denken niet meer economisch. Iedereen wil overal bomen planten maar geen hap minder eten. De kerncentrale moet dicht, maar niemand wil thuis het knopje van de elektriciteit omdraaien. Democratie zonder orde is de ondergang”. 
Hij rolt een sigaret, harde vingers met de kleur van tuinaarde. Vertelt over het lidmaatschap van het hoofdbestuur van de Christelijke Boeren en Tuindersbond, West Nederland. Daar vind je nog echte mannenbroeders! Dat laatste woord bevalt hem echter niet zo erg, hij zoekt een andere omschrijving. “Mannen die voor hun zaak staan, de schouders er onder zetten! Zo'n voorzitter als Bukman, daar heb ik diep respect voor. De C van CBTB wordt er serieus genomen. Zelf sta ik daar ook helemaal achter, hoewel sommige mensen dat wel niet zullen begrijpen”. Over deze kennelijk zere zaak praten we niet verder. Er vallen nog meer namen. Lid van de Bloemisterij commissie van het CBTB. Lid van het bestuur van de Stichting tot Verbetering van de Agrarische structuur in het Noordelijk kustgebied (Stikust). Lid van het dagelijks bestuur van de agrarische structuurcommissie Bollenstreek, Rijnsburg en omgeving. Lid van de provinciale advies-commissie agrarische structuur verbetering in Zuid-Holland (een adviesorgaan van het Prov. bestuur) en tenslotte komen we weer op eigen terrein: secretaris van de CBTB afd. Valkenburg. U ziet Gijs Vis is een druk bezet man. Er is goed overleg met de ambtelijke regionen van de overheid. Het landbouwschap heeft een belangrijke functie in onze economie. “We hebben immers een ei¬gen ministerie!”, constateert hij niet zonder enige trots. De “Castellum¬ruiters” komen ter sprake. Hij is daarvan voorzitter. Ervaart het als een niet onbelangrijk stuk jeugdwerk. 
 
Schijnbaar heeft hij weinig last van de kille zeelucht, die over het vliegveld komt aanwaaien en mij doet verkleumen tot op het bot. We vluch¬ten de kas in. Ik krijg een vluchtige indruk van buizen en soortgelijke appendages. Elektrisch bediende pompen, schakelkasten en relais. Een zadel over een hok met het opschrift “Anneke”. Een oude vervaarlijke cirkelzaagmachine (kom je in veel dergelijke bedrijven tegen, toch zie je weinig tuinders zonder vingers!). Rijen potplanten op tafels en bloemen op de begane grond. We komen in de “rusthoek”. Een van  ge¬mak¬kelijke zitjes voorzien, afgescheiden gedeelte (een veilingkist als tafel) waar vermoeide werkers bij tijd en wijle hun koffie genieten en pauzeren. Boeren en tuinders kunnen dank zij de werk¬kracht van hun hele gezin (!!) en dat gedurende een groot deel van de dag en de nacht, ruimschoots het inkomen van minimumloners evenaren!!! Als weer en wind meezitten is het zelfs mogelijk het modale inkomen te benaderen! Dat werd me duidelijk gemaakt. U begrijpt dat Gijs Vis, bijgestaan door een flinke vrouw, drie zoons en twee nog zeer jeugdige meisjes (een tweeling), geen reden tot klagen heeft. De oudste dochter is reeds gehuwd. 
We komen nu pas goed op dreef! Geboren en getogen in het dorp, waardeert hij die plaats als een enclave in de randstad. Met de nodige tegenzin heeft hij zich door de lagere school geworsteld. Heeft veel opgestoken op de jongelingsvereniging. Twee jaar ondergedoken tijdens de bezetting. Na de oorlog dienst genomen bij de “Zwarte Baretten” (huzaren van Boreel). Als wachtmees¬ter. (Mij gaat een licht op! Van dat korps schijn je nooit meer los te komen. Je bent dan ook niet meer geschikt voor enige andere militaire functie! Een speciaal korps met speciale mensen!) Ging met de 7 dec. divisie (EM) voor ruim drie jaren  naar Indië. Voelde er veel voor om in dienst te blijven (zie je wel!), maar vraagt zich af of hij de huidige toestand zou kunnen verdragen. “Het kan me niet schelen hoe ze er bij lopen, maar discipline moet er wel zijn!” Tenslotte nog iets over de verenigingen-raad. “Ik hoop dat jullie het zullen volhouden! Er zal een agenda moeten zijn. Praktische zaken. Het Dorpshuis hoort daarbij, volgens mij!”

Epiloog
Het gesprek met Gijs Vis is moeilijk weer te geven. Razend snel werden zijn gedachten geformuleerd. Mijn vingers waren te stijf om daarvan ook maar iets op te schrijven. Na een ruim twee uur durend gesprek namen we hartelijk afscheid. Het was mistig geworden, desondanks was op de Achterweg het aantal kleumende spionnen groter dan ooit! Dat moeten we toch eens nader bezien!

© Tekst: Jan Portengen © Foto voorblad: Gemeente Valkenburg
Lees meer

Gerelateerde informatie


Onderwerpen



Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Dorpsarchief Oud Valkenburg ZH)