De toren als stille getuige
Hoog boven alles uit torend, ontgaat de toren niets. Tot 14 juni 1940 had de toren een weids uitzicht. Toen 60 jaar later in 2000 de nieuwe toren weer hoog boven het dorp uitstak, was er rondom heel wat veranderd. Ook door de eeuwen heen hebben de verschillende torens de omgeving zien veranderen. De vaderlandse geschiedenis trok aan hen voorbij.
Nadat de Romeinen in de 4e eeuw na Chr. vertrokken waren, was het lange tijd heel rustig in de regio. In onze streek woonden de Friezen. Door de vele volksverhuizingen in Europa werd het rond 700 weer wat drukker. In 765 kwam Willibrord naar de lage landen om het christelijk geloof te verkondigen. En door de stimulerende werking van Karel de Grote werd het christendom gemeengoed. Het was ook het begin van de kerkenbouw. Het kerkgebouw onderscheidde zich van andere gebouwen door onder andere de toren. In het verleden werden torens gebouwd als versterking en uitkijkpost. De functie van de kerktoren was de plaats te markeren waar de eredienst voor God plaats vond. In Oegstgeest verrees de eerste kerk met toren in onze streek. In 866 kreeg deze toren gezelschap van de Valkenburgse kerk met (vlucht)toren. De eerste toren in Valkenburg was getuige van de invallen der Noormannen. Ruim 100 jaar teisterden ze de streek. De verwoesting van Dorestad was hiervan het meest bekende feit.
De gronden in en rondom Valkenburg waren, zoals op veel plaatsen, beleend aan de adel (graaf/hertog) of (door Karel de Grote) geschonken aan de geestelijkheid (bisdom). De Nederlanden behoorden sinds de dood van Karel de Grote tot het Duitse rijk.
Inmiddels was de tweede toren getuige van de opkomst van Rijnsburg. Graaf Dirk II gaf Rijnsburg in 975 een kapel. De graven kregen steeds meer macht. Ondanks verschillende ingrepen van de Duitse Keizer, ontstond het graafschap Holland. De adel vestigde zich te Leiden. In 1121 werd op de huidige plaats van de Pieterskerk een eerste kerk gebouwd. Het bleef echter onrustig in de streek. Er was voortdurend ruzie over land en bezit tussen de graven van Holland en de Bisschoppen van Utrecht. Toch leken zij elkaar gevonden te hebben in de bouw van de Abdij te Rijnsburg. De bijbehorende kerktoren werd in 1132 gebouwd. Hiervoor werd veel tufsteen gebruikt. Waarschijnlijk afkomstig van de vroegere Romeinse bouwwerken uit de omgeving. Petronella van Saksen had de abdij laten bouwen.
In dezelfde periode kreeg ook Wassenaar haar toren (1150). De parochie Valkenburg werd beheerd door een commandeurschap; een combinatie van de adel (Duitse ridderorde) en de geestelijkheid. De beide Katwijken hoorden daar ook bij. In Katwijk aan de Rijn werd in 1231 een kapel gebouwd. In de 14e eeuw kwam Leiden tot grote bloei. De Pieterskerk werd gebouwd. Deze kerk kreeg een toren van 110 meter. (1350). De houten spits was 35 meter hoog. De toren diende als baken voor de vissers op zee. De Pieterskerk veranderde steeds van gedaante en kreeg zijn huidige vorm in 1512 toen de 110 meter hoge toren door een storm instortte. In 1377 begon men met de bouw van de Hooglandse Kerk. Eerst in 1500 was deze 70 meter lange kerk afgebouwd.
Van rust en orde was er ook in die tijd nauwelijks sprake. Toen graaf Willem IV sneuvelde in zijn strijd tegen Friesland, werd zijn zus Margaretha gravin van Holland. Velen vonden het maar niks, een vrouw aan het hoofd. Een graaf was beter en dat moest haar zoon Willem V worden. Er ontstond zoals gebruikelijk in die tijd een gewapende strijd. Dit keer tussen moeder en zoon: de hoekse en kabeljauwse twisten. Maar ook een strijd tussen de adel en de in opkomst zijnde burgerij (steden). De strijd zou met tussenpozen ruim 100 jaar duren. Het kostte Valkenburg zelfs haar toren. Net nu het weer goed ging met de dorpsgemeenschap.
In het begin van de 14e eeuw ging het steeds beter met Katwijk. De visserij floreerde, vooral het haringvissen. De visafslag vond plaats in Katwijk aan de Rijn. Katwijk groeide en de commandeurs besloten te verhuizen uit Valkenburg naar Katwijk. Katwijk kreeg een eigen parochie en de eerste Katwijkse toren werd van de dorpskerk werd in 1388 gebouwd. Valkenburg werd onderdeel van de parochie. Gelukkig niet lang. In 1424 had Valkenburg weer zijn eigen pastoor. In 1461 werd Katwijk aan Zee kerkelijk zelfstandig en in 1465 werd de Witte Kerk gebouwd.
Aan het begin van de 16e eeuw had de regio zich gevormd. De steden en dorpen waren dezelfde als die we nu kennen. Elk met een toren als middelpunt. Voor Valkenburg was dat “de Lange Maai”, die hoog boven het dorp uitstak.
De 16e eeuw is een eeuw waarin de Valkenburgse toren van heel veel gebeurtenissen getuige was.
Het was de eeuw van de kerkhervorming (Maarten Luther en Calvijn), de Spaanse overheersing (Alva) en de eerste kennismaking met de Oranje’s (de vader des vaderlands). De verhoging van de belastingen (10e penning) en de vervolging van de ketterij leidden tot gewapende weerstand tegen de Spanjaarden en in het verlengde de rooms-katholieke kerk. Het trieste hoogtepunt was de beeldenstorm in 1566. Het was de aanleiding voor de Spaanse koning Filips II om het Spaanse leger onder aanvoering van Alva naar de Nederlanden te sturen met als gevolg de tachtigjarige oorlog. De watergeuzen werden geprezen om hun strijd in naam van Oranje, maar gingen daarbij niet bepaald zachtzinnig te werk. Zowel de geuzen als de spanjolen gingen plunderend en slopend door de streek. In 1571 werd de Witte Kerk geplunderd en een jaar later in brand gestoken. De toren bleef daarbij intact. De abdij in Rijnsburg moest eraan geloven, alsmede de Dorpskerk in Wassenaar. Ook het Groene Kerkje in Oegstgeest werd verwoest. De Lange Maai bleef wonderwel gespaard, maar het aangrenzende kerkgebouw werd zwaar beschadigd. De streek had ook veel te lijden van het beleg van Leiden.(van oktober 1573 tot maart 1574). De boeren moesten een belangrijk deel van hun producten aan de soldaten afstaan.
Het beleg werd plotseling opgeheven. Generaal Valdez moest met zijn troepen assisteren bij de slag op de Mookerheide. Daarna keerde hij terug naar de schans bij Leiden om het beleg voort te zetten. Tijdens het beleg brak de pest uit wat 6000 slachtoffers eiste.
In september werden de dijken bij Rotterdam en Capelle aan de IJssel door de geuzen doorgestoken. Het polderland liep onder water. In de nacht van 2 op 3 oktober zorgde een zware storm ervoor dat het water naar Leiden stroomde. De Spanjaarden vluchtten weg en Leiden was ontzet. Als beloning voor hun onverzettelijkheid stichtte Prins Willem van Oranje de Leidse universiteit. Dit allemaal onder het wakend oog van de Lange Maai.
De tachtigjarige oorlog had in onze streek ruim 6 jaar geduurd. Daarna werd het rustig. De kerken werden hersteld, maar veranderden ook gelijk van signatuur. In 1578 had Rijnsburg haar protestante kerk, gevolgd door beide Katwijken en in 1592 ook door Valkenburg.
Er brak een tijd van grote welvaart aan. De 17e eeuw, ook wel gouden eeuw genoemd, kende vele schilders en deze brachten de eerste `nieuwsfoto` van Valkenburg. De Valkenburgse paardenmarkt was niet alleen de oudste, maar in die tijd ook de beroemdste.
In 1665 werd de Lange Maai getroffen door de bliksem en brandde geheel af. De nieuwe toren werd minder slank en hoog en zag een regio, waar de landbouw en veeteelt toenam. De steden hadden de producten nodig en hadden het geld, zodat vooral in het westen het platteland optimaal profiteerde. De onenigheid tussen de regenten en de prinsen van Oranje ging min of meer aan haar voorbij. De streek werd verrijkt met nieuwe hoogbouw. Nu geen kerktorens, maar de typische Hollandse molen deed zijn intrede in vele vormen en functies. Valkenburg kende in die tijd twee molens.
De Nederlanden lagen ook voortdurend overhoop met de Engelsen en/of de Fransen. Holland raakte haar voorname positie in de wereld kwijt. Het contrast tussen arm en rijk werd groter. Er heerste werkeloosheid en men trok van het platteland naar de steden. De Franse mode deed zijn intrede. Het werd de tijd van de pruiken en de vele buitenverblijven. In Valkenburg stonden Huize Torenvliet en Huize Sonneveldt.
De tegenstellingen leidden tot onvrede. Waren de regenten en de stadhouder het eindelijk eens, ontstond er een nieuwe beweging. De patriotten voor vrijheid en democratie tegenover de orangisten voor vorst en vaderland. Met de geslaagde onafhankelijkheidsstrijd van de nieuwe Verenigde Staten als voorbeeld namen de patriotten de macht over en maakten zo de weg vrij voor de Fransen. Napoleon deed zijn intrede. Nederland werd een Franse provincie. De toren zag het allemaal lijdzaam aan. Het onderhoud aan kerkelijke gebouwen stond op een zeer laag pitje. In 1809 werd de vierkante toren met houten koepeltje gesloopt. Valkenburg was ontdaan van zijn getuige. Pas 35 jaar later kwam er weer een toren. Toen was België al zelfstandig en het Oegstgeesterkanaal al gegraven in verband met de drooglegging van de Haarlemmermeer.
Het houten torentje dat in 1844 werd gebouwd naast de nieuwe kerk, was aan de lage kant. Dat was anders met de nieuwe torens in de omgeving. De rooms-katholieken mochten weer hun eigen kerk bouwen. In Oegstgeest, Wassenaar en Leiden kwamen nieuwe kerken, evenals in Katwijk aan de Rijn, de Johannes de Doperkerk (1911).
Aan de Voorstraat werd een nieuwe protestante kerk gebouwd, de Nieuwe Kerk (1887).
Aan het einde van de 19e eeuw begon men in de streek met de teelt van bloembollen. Ook in Valkenburg ontstonden de eerste bollenvelden en had het torentje een riant uitzicht op de kleurenpracht aan weerszijden van de Achterweg aan het begin van de 20e eeuw.
In 1929 kreeg Valkenburg één van haar mooiste torens. Het dorp was in tegenstelling tot de dorpen in de omgeving nog steeds een kleine kern rondom de kerk en bebouwing langs de weg naar Katwijk en Leiden. Het is duidelijk dat in de jaren ‘30 Rijnsburg en Oegstgeest nog op gepaste afstand lagen. De toren was zodanig gebouwd dat er foto’s gemaakt kon worden van het panorama van het dorp. Te zien is dat ook richting Leiden nog een weids uitzicht aanwezig was.
Toen werd het mei 1940.
De toren heeft ze nog zien komen, de Duitse vliegtuigen met parachutisten: de Junkers 52. En…. de toren heeft ze ook zien gaan, de laatste vliegtuigen op Valkenburg: de Orions.
Daar zat 65 jaar tussen. In de 60 jaar dat er geen toren was, had Valkenburg een vliegveld. Vele VIP’s landden naast ons dorp, echter zonder de stille getuige.
De toren staat er al weer ruim 10 jaar en heeft de regio zien dichtgroeien. Echter niet meer als een stille getuige, want iedereen mag mee genieten van het uitzicht op de trans.
Valkenburg ligt midden in een dynamisch gebied. De veranderingen in de omgeving zijn vele. Iedere maand is er een nieuwe foto te maken.
In 2000 bestond het dorp uit 1300 woningen. Na de bouw in het Duyfrak en op enkele andere locaties groeit het dorp uit tot 2300 woningen. Vervolgens een beoogde groei aan de andere zijde van de N206 tot 7000 woningen. Vanaf 24 meter boven N.A.P. is het allemaal te volgen.