Burgemeester Van 't Wout (uit: Gesprekken met Valkenburgers)
Door: Jan Portengen
februari 1981
Burgemeester Van ‘t Wout
De jaarwisseling is bij uitstek de tijd voor het opmaken van de balans en dat ook in figuurlijke zin. Zo vroeg ik me af hoe lang het mogelijk zou zijn deze rubriek vol te houden. Enig rekenwerk had tot resultaat dat het aantal inwoners garant bleek voor nog een respectabel aantal jaren en (bedacht ik) als je opa gehad hebt kunnen we op de inmiddels volwassen kleinkinderen overgaan. Dus zie ik vooralsnog geen problemen. Maar toch, er moet ook nog inspiratie zijn en dat is nu dat deel van het gesprek waarvoor je de straat op moet!
Zo geviel het dat op een winderige, druilerige half mistige donkere avond, begin januari, mijn aandacht getroffen werd door een merkwaardig tafereel. Op de Hoofdstraat. Drie vreemdsoortige voertuigen, op grote bolle banden, geel geschilderd, voorzien van verkeersaanduidingen en het opschrift “Grondonderzoek”. Met brullende motoren en flitsende zwaailichten bewoog de colonne zich langzaam richting Leiden op de linkerzijde van de weg. Op het trottoir een, in geel regengewaad gestoken gids, die kennelijk via de mobilofoon rijinstructies doorgaf aan de chauffeur. Het woord “Grondonderzoek” bracht me op een dwaalspoor. Nog vers in het geheugen ligt immers de affaire “Methyl Bromide” vergiftiging rond de kassen in het Westland! Ik nu verbaasde me grotelijks over de vermeende grootscheepse aanpak van het ministerie van sociale zaken oftewel de ermee belaste onderafdeling Volksgezondheid. “Als die lui eenmaal wakker worden weten ze van aanpakken!” dacht ik zelfs. In deze omlijsting zag ik de burgemeester staan, de bedrijvigheid gadeslaand. Nu heb ik altijd al een groot respect gehad voor mensen die in de ure des gevaars op hun post staan. In zulke tijden vervallen ook de normale restricties, ik vermat me hem persoonlijk aan te spreken met de vraag “Hebben ze al wat gevonden?” en kreeg het verbazingwekkende antwoord “Morgen zetten ze een jaknikker in je tuin!” Pas toen ik er achter kwam dat het hier een grondonderzoek van de Ned. Aardolie Maatschappij betrof, begreep ik de strekking van dat antwoord.
Ik kon echter niet meer los komen van dat beeld van onze burgervader, staande op de bres voor onze belangen. En zo maakte ik dus een afspraak met N. van 't Wout op Hoofdstraat 39 en U moet me niet euvel duiden dat ik deze keer het gebruik van de voornaam achterwege laat. Hangende deze afspraak werd me als inleiding een artikeltje ter hand gesteld uit het Leids Dagblad van Jos v.d. Meer behelzende een psychologische verklaring van de tic van de burgemeester. Uiteraard wordt zoiets door ons, minder deskundigen, met graagte gelezen. Ook de fenomenale wijze waarop deze columnist zulks weet te verbinden met vermeende tekortkomingen in het handelen van onze gezagvoerder is waarlijk verbijsterend. Oorspronkelijk had ik slechts één bezwaar tegen het artikeltje: een met een zuur hart uitgesproken nieuwjaarswens is als een vloek, leeg keert hij terug naar de plaats van oorsprong. Mijn voorkeur gaat nog altijd uit naar het eerlijke “Veel heil en zegen!”. Maar er bleef toch een vervelend gevoel over, hoewel ik geen lezer van het blad ben, 't is net of je zelf beledigd bent! Maar daar zal Jos wel een deskundige verklaring voor hebben.
Het vertrek, waar de burgemeester zijn edelachtbare vak uitoefent, is op de 1e etage van het gemeentelijke buitenverblijf in het Boonrak. Een waardig onderkomen met een prachtig uitzicht op de Oude Rijn. Schijnbaar trekt burgemeester Van 't Wout zich niet veel aan van het aangehaalde artikeltje. Demonstratief tilt hij zelfs enige malen de bril van zijn neus. Hij gunt me zelfs nog een blik op een andere kant van zijn psyche, het met duim en wijsvinger omvatten en wrijven van de neus. “Dat schijn ik te doen als ik met krachtige argumenten op de proppen kom!”. Het zij met eerbied vermeld, des burgemeesters reukorgaan is goed ontwikkeld! Nee, hij ergert zich wel aan het feit dat genoemd dagblad het nodig vond, nu al ten vierde male, de wat te royaal geachte afscheidsviering van secr. Bol te memoreren. “Het plezier is voor die man al genoeg vergald!” Tussen haakjes gezegd, volgens mij heeft dat slachtoffer een te groot gevoel voor humor om daarover in te zitten. Reden waarom ik dit rustig durf te schrijven.
We komen aan de praat over de ontwikkeling van het gezag. Als broekje geconfronteerd met het autoritaire, feodale gedrag van zijn baas, de baron-burgemeester, had hij al het intuïtieve gevoel “Dat is niet goed!”. Een intuïtief gevoel dat door velen van zijn generatie werd gedeeld en omgezet in daden. Als 61-jarige bestuurder staat hij nu voor de taak min of meer te regeren in deze tijd. Het is nu zo dat als met een grote groep na ellenlange besprekingen tot een beslissing gekomen is de minderheden die de volgende dag bestrijden met een demonstratie. En toch dient de raad de knopen door te hakken en zou de raad wel gek zijn als ze het oor niet te luisteren legt bij de belanghebbenden. Het is een goede zaak dat de burger beter beschermd is tegen willekeur bij de overheid.
Voelt U zich wel eens verantwoordelijk en eenzaam? “Je zou het zo kunnen noemen.” Men verwacht altijd overal een direct antwoord op. Dat je overal over nagedacht hebt. Maar ik heb met beide wethouders een bijzonder goede relatie. Er blijven nu eenmaal problemen waar geen oplossing voorhanden is. We blijven net zo lang zoeken tot, en soms komt er onverwacht, de oplossing. Het grootste knelpunt in onze gemeente is niet de financiën maar de ruimte. Daaruit voortvloeiend het probleem van de geluidshinder in het algemeen en de vlieghoogte met betrekking tot het belendende vliegveld in het bijzonder. We hebben de begroting 1981 gelukkig rond. Dit jaar moet de aanleg van het Castellumplein gereed zijn voor de paardenmarkt. De bouw van een sportzaal staat eveneens op het programma.
We praten over de toenemende werkloosheid en de zorgelijke economische ontwikkelingen. “De problemen van nu zijn het resultaat van te lang vooruitgeschoven beslissingen. Ook de werkloosheid gaat Valkenburg niet voorbij. Het gevaar bestaat dat betrokkenen zich gaan opsluiten in hun huizen. Er zijn er zelfs die hun werkloosheid voor de buitenwereld gaan maskeren. Het zal in de toekomst belangrijk worden dat er wegen en middelen komen om dat op te vangen. Dat moet echter van het eigen initiatief uitgaan De gemeente zal zulks zeker stimuleren. Overigens is leven niet alleen werken, ontplooiing van de persoonlijkheid is minstens even zinvol.”
Wat denkt U van de racebaan door het dorp? “Jammer dat de aanleg van de provinciale weg steeds maar uitgesteld wordt. Langzamerhand wordt het hier een onhoudbare toestand. Het fietsen is inderdaad levensgevaarlijk. Hoewel het gelukkig nog meevalt met het aantal ongelukken. Van de auto’s die hier rijden is 75% doorgaand verkeer.”
Ruim 40 jaar werkt Van ‘t Wout nu al op de gemeentelijke administratie en bekleedt hier naast het ambt van burgemeester ook de functie van secretaris. Begonnen als volontair in 1938 te Lage Ruige Weide (waar hij geld toe moest geven!) studeerde hij gemeenteadministratie en financiën en werd in 1939 aangesteld als ambtenaar ter secretarie in Oudenrijn. Gedurende de oorlog bleef hij daar tot hij in 1945 als eerste ambtenaar ter secretarie vertrok naar het ernstig door de oorlog getroffen Renswoude. In 1969 solliciteerde hij naar Valkenburg met het bekende resultaat. En zou voor geen geld weg willen naar de stad of een grotere plaats.
Bij leven en gezondheid is over 4 jaar de tijd van pensionering aangebroken. Zijn gezin telt 4 kinderen waarvan 2 nog thuis zijn. Zijn vrouw is een dochter van dominee Zijlstra, die zendeling geweest is op Celebes. Ze zijn lid van de gereformeerde kerk. Het CDA ziet hij als een belangrijke middengroep.
Is er nog wat ontdekt bij de opgraving? “Binnenkort heb ik daarover een gesprek, ik weet er dus nog weinig van, hoe dieper ze kwamen hoe minder er was.” Hebt u hobby's? “Nee, eigenlijk niet. Alleen muziek, vooral Mendelsohn, romantisch dus. Vroeger wel gezongen.” Is er nog iets bekend over gif in Valkenburg? “Nee, we weten daar niet zoveel van af, het is ook nieuw en 't is ook meer de verantwoordelijkheid voor degene die vergunning geeft.” Is de eerste nieuwjaarsreceptie goed bevallen en hebt U zelf nog wensen voor de toekomst? Ja, we moeten ons de volgende keer wat anders opstellen maar overigens is het gezellig en goed geweest. Wat wensen betreft, als eerste de oplossing van het verkeersprobleem op de Hoofdstraat maar ook dat de gemeente als zodanig zelfstandig kan blijven. Hebt u nog adviezen voor de verenigingenraad? “De vrijwilligheid neemt af, de gemeente kan door subsidies en door ruimte ter beschikking te stellen het met elkaar zinvol bezig zijn stimuleren.” Tenslotte nog één opmerking: “Het gemeentehuis is “Open huis” voor iedereen.”
Colofon
Gesprekken met Valkenburg, Jan Portengen, Hoofdstruk burgemeester Van 't Wout, februari 1981