Anneke van de Broek (Uit: Gesprekken met Valkenburgers)
Maart 1981. Door: Jan Portengen
Anneke van de Broek
Voorwaar het zijn barre tijden die we mogen meemaken! Het ene moment zie je de koolmeesjes het voor hen bedoelde broedhokje ontdekken alsof het er pas voor 't eerst hangt en met een bravoure of ze het zelf gemaakt hebben, een dag later raast de storm door de straten. 's Morgens een flink pak sneeuw, 's middags een zwerm spreeuwen in de kale appelboom met hun kwetterende samenzang ter ere van de heerlijke warme zon. Februari 1981. De tijd waarin hondeneigenaren angstig naar buiten kijken en zich beperken tot een wandeling naar de tuin van de buren of nog erger, volstaan met het openen van de voordeur. Hoe lang nog zullen we voortdurend ons pad moeten verkennen willen we niet van de ene naar de andere straat glibberen?
Maar nu over de storm gesproken, bar en boos was het! We reden achter een karavaan scholieren naar Katwijk. Tot twee keer toe werd één van deze onze Valkenburgse kinderen voor de bumper van mijn voertuig geblazen en was het slechts aan mijn lage snelheid te danken dat er geen ongelukken gebeurden! Ondanks ons, automobilisten, zijn ze er ook deze keer weer doorgekomen, voorzover ik weet. Het wordt hoog tijd dat er een goed fietspad komt, bedacht ik. En aangezien zulks geen nieuw idee is en er al heel wat, kennelijk vruchteloze, activiteiten dienaangaande zijn ontplooid leek het me zinvol eens te gaan praten met een dame in ons dorp die wat dat betreft aan de weg getimmerd heeft. Anneke v.d. Broek-Westerink.
Zij rijdt dagelijks bij mij door de straat. Het is haar (en u) daar toegestaan dwars tegen het autoverkeer in te fietsen. Achterop de bagagedrager de ene dochter, voorop de andere. Ook zoon en man fietsen dagelijks naar school en kantoor. Het gebruik van de auto, de “eend” is sinds enige tijd vervangen door een wat groter voertuig, wordt beperkt tot het minimum. Ze heeft haar oorspronkelijke vak, binnenhuisarchitect, niet verleerd. De van oudsher eng-bewande huiskamer is herschapen in “veel ruimte in wit en naturel”. Een speelzaal voor kinderen. Eenmaal binnen duurde het niet lang of we hadden het over Welzijn en bleek dat haar bemoeienis in dat opzicht niet beperkt is tot ons dorpsbelang! Ze is al sinds twee jaar lid van de provinciale staten van Zuid Holland. In het bijzonder belast met de zorg voor de volksgezondheid, culturele en sociale aangelegenheden. Oftewel vrijwel het gehele pakket werkzaamheden vallende onder dat begrip “welzijn”. Een plaatsgenoot om trots op te zijn!
Onze plaatselijke welzijnscommissie is benoemd door de gemeenteraad en wordt gevormd door een lid van het college van B en W, twee raadsleden, een onderwijskracht en drie vertegenwoordigers uit het verenigingsleven. Het is geen commissie die veel van zich doet horen. Één van haar taken is de beschikbare geldmiddelen om te zetten in doeltreffende activiteiten en subsidies. Injecties als het ware. Ons dorp lijkt wars van injecties! Het begrip welzijn overigens is lang niet iedereen duidelijk, welzijn heeft in ieder geval betrekking op de gehele mens, geestelijk en lichamelijk.
Anneke heeft veel waardering voor het werk van de “Peuk” en ziet daarin een belangrijk stukje regionaal jeugdwerk. Helaas maar matig geaccepteerd in de dorpsgemeenschap. Een parttime beroepskracht zou misschien het werk van de vrijwilligers kunnen verlichten. Ze leest drie dagbladen en daarenboven een aantal weekbladen. De Rijnsburger had ze echter (nog) niet gelezen, ik doel op het jaarverslag van de politie, mij was daarin opgevallen het aantal baldadigheden en de vechtpartijen in ons goede dorp! Zoveel zelfs dat we wat dat betreft Rijnsburg naar de kop steken! “Duidelijk een gevolg van ons levenspatroon!” knikt ze. Kennelijk heeft dit stukje “Onwelzijn” te maken met de opvoeding.
Wat dat betreft is al op zeer jeugdige leeftijd de lichamelijke afstand tussen de opvoeder en het kind vooral in de eerste vier jaar erg belangrijk. Die lichamelijke afstand mag niet meer bedragen dan een bepaald aantal meters. Als vuistregel kan gelden dat het maximale aantal meters gelijk is aan de leeftijd van de peuter. In jaren! Laat ze ook maar eens mee rommelen in de aardappelschilbak. Betrek ze bij al je doen en laten. Aangezien de man nog steeds in onvoldoende mate geëmancipeerd is blijft deze taak vooralsnog voorbehouden aan de vrouw. Ze is sinds enige tijd eveneens verkozen tot voorzitter van de Peuterburg, een speelzaal waar kinderen van zo'n twee tot vier jaar onder deskundige leiding hun agressie op elkaar kunnen uitleven. In de hoop dat ze dat dan op latere leeftijd zullen nalaten! Eerlijkheidshalve dient vermeld dat dit echter niet dusdanig door Anneke werd geformuleerd, het schijnt mogelijk te zijn deze kleine Valkenburgertjes een zekere mate van welzijn te doen beleven. Er kan méér dan thuis, aan vingerverven en kleien begin je niet elke dag. Bovendien is er contact met leeftijdgenootjes.
Ze heeft een open oog voor de gebreken die er aan onze dorpsgemeenschap kleven. Zonder daarop al te zeer af te geven. Er zijn te weinig bomen, gebrek aan ongebreideld groen, vrijwel geen gelegenheid voor “openlucht” recreatie noch voor jong noch voor oud. Over de randweg zullen we maar zwijgen, nu is het te laat en is de provinciale buidel leeg. Tenslotte ervaart ze de politieke concurrenten ter plaatse als onverdraagzaam (Roodkapje moet altijd haar zin hebben!) ook de kerkelijke autoriteiten komen er niet veel- beter af. Met verdraagzaam bedoelt ze, voor zover ik het begrijp, het respecteren en dus aanvaarden van de ander ondanks diens andere zienswijze. Ze is, en dat behoeft nauwelijks betoog, raadslid en dat namens de PvdA die hier ter stede in samenwerkend verband met de PPR opereert.
Het gezin Westerink woonde op één der Singels in Leiden. Anneke was de jongste van de drie kinderen. Haar vader, nu overleden, was predikant in de gereformeerde kerk en gaf eveneens meermalen blijk van progressieve, destijds niet altijd gewaardeerde, opvattingen. Geboren na de oorlog ging ze na haar middelbare school naar de kunstacademie in Den Haag en Amsterdam. Ze wilde met haar handen gaan werken. En haalde voor de eerste keer de pers; ze deed in het ziekenhuis haar eindexamen en dat was nieuws! Daarna heeft ze zich een aantal jaren bezig gehouden met het ontwerpen van interieurs voor kantoren en dergelijke. Ze heeft er minstens één duidelijke richtlijn aan overgehouden: “Nooit de ander je smaak opleggen”. Haar politiek functioneren in ons dorp heeft haar veel geleerd: politiek is denkwerk, vindt ze.
Ook daar heeft ze een paar duidelijke stelregels (voor zichzelf) van overgehouden. “Als iets leeft moet je het de ruimte geven!” Maar ook: “Als je de consequenties van een beslissing niet kunt overzien, moet je het niet doen” en “politiek en zeker dorpspolitiek moet doorzichtig zijn”. Met het oog op het laatste vindt ze het dan ook een goede zaak dat het gemeentebestuur bij monde van een der ambtenaren in Zicht op Valkenburg naar buiten treedt. Hoewel ze het een bezwaar vindt dat een kerkelijke gemeenschap veelal slechts oog heeft voor de eigen kudde, de diaconie bijvoorbeeld zal zich maar zelden het lot van andersdenkenden aantrekken, acht ze het belang en de maatschappelijke functie van die gemeenschap hoog. Ze weet zich gereformeerd, zoekt echter de bijeenkomsten niet. Tenslotte komt er nog een ander aspect van haar sociale betrokkenheid boven water, het Ombudsteam. Met allerhande problemen worstelende inwoners van ons dorp kunnen terecht en worden geholpen, vaak om wegwijs te worden in een doolhof van verplichtingen en beperkingen. Anneke is er één van het team van 5 personen dat daartoe beschikbaar staat. Het mag wel gezegd worden dat het initiatief van haar is uitgegaan. Deze veelzijdige geëmancipeerde vrouw van Klaas v.d. Broek rooit het best! Als ik de boze wolf was zou 'k me wel drie keer beraden vooraleer te besluiten Roodkapje te verorberen! Met dezulken loopt het slecht af.
Colofon
Gesprekken met Valkenburgers, Jan Portengen